
Ons lichaam, waar we uiterst zuinig op moeten zijn omdat we er maar één van hebben, kent een “leef en overleefmodus”. Deze situatie wordt bepaald door hoe of we met ons lichaam omgaan en wat of we erin stoppen.
Kiezen we voor een voedingspatroon dat voornamelijk bestaat uit producten zoals brood, pasta, pizza, bami, nasi, frisdrank, koffie, snoep, gebak, patat, enz. dan zal ons lichaam dat herkennen als voedsel om te overleven en het gaat in de ‘overleef-stand’.
Zo’n overleefmodus wordt gekenmerkt door, snel geprikkeld en gehaast zijn, weinig energie hebben en agressief, angstig, driftig, gejaagd gedrag vertonen. Bij dit gedrag hoort ook het korte termijn denken. Dus veel meer bezig zijn met de dag van morgen, i.p.v. plannen maken voor de lange termijn.
Ook zal er gedurende de dag weinig tot geen mineraal- of bronwater gedronken worden. En dat zorgt ervoor dat noodzakelijke biochemische processen in ons lichaam niet of onvoldoende zullen kunnen plaatsvinden.
Ons lichaam reageert hierop net als in vroeger tijden: overleven is primair. Maar dat overleven gaat ten koste van het functioneren van zeer veel systemen in ons lichaam. Staan we lang genoeg in de “overleefmodus”, dan heeft dit gevolgen voor o.a. onze zintuigen.
We gaan slechter zien, dus hebben een bril nodig. We gaan slechter horen, dus een gehoorapparaatje wordt van belang. Het ruiken zal minder worden, en ook de smaaksensatie, het proeven, stompt af. Dit uit zich in het krijgen van een voorkeur voor zoete producten of producten met een zoete nasmaak.
Onze zintuigen zijn heel belangrijk, omdat zij ons in een vroeg stadium kunnen waarschuwen voor gevaar. Een minder functioneren van deze zintuigen, kunnen we ons daarom ook niet veroorloven.
Een ander gevolg van de “overleefmodus” is de invloed die dit uitoefent op onze hormonen. Hormonen, die werkelijk alles regelen in ons lichaam, ten goede en ten kwade.
In de overleefmodus zal er meer dan normaal cortisol en adrenaline aangemaakt gaan worden. Deze hormonen brengen ons lichaam in een staat van alertheid. En dat kost energie.
De energie die ons lichaam kan leveren is echter beperkt. Onze grootste energieverbruikers zijn onze stofwisseling en ons immuunsysteem. 70% van alle aanwendbare energie gaat normaal gesproken naar deze grootgebruikers. Maar het energieverbruik dat onze staat van alertheid opeist, zorgt ervoor dat deze beide systemen op rantsoen worden gezet.
Het gevolg laat zich raden, na verloop van tijd neemt ons lichaamsgewicht langzaam toe, we worden zwaarder. Zwaarder omdat we meer vet ontwikkelen, een gevolg van een trager werkende stofwisseling.
Daarnaast zal ons immuunsysteem het ook met minder energie moeten doen en worden we meer vatbaar voor ontstekingen, onze weerstand neemt af. Ons immuunsysteem beschermt ons echter ook tegen allerhande welvaartsziektes, zoals Diabetes type II, Obesitas, Hart-en vaatziekten en Kanker.
Ons immuunsysteem heeft ons eeuwenlang door de evolutie heen geholpen, de mens was uitermate goed ingesteld op overleven. Een crisissituatie die ons lichaam in de ‘overleef-stand’ zette, duurde in vroeger tijden relatief kort. Nu soms jaren en jaren…
Als je bewust kiest voor leven in plaats van overleven, zal je meer ontspannen zijn. Niet gejaagd, agressief of vermoeid. Heel veel mensen hebben geen idee in welke situatie zij lichamelijk zitten.
Ga eens praten met een Longevity Specialist van Longevity Specialisten Nederland. Want als je zou kunnen kiezen, waar kies jij dan voor? Leven of overleven?